Genesis 3:8
Statenvertaling
En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan den wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs.
Herziene Statenvertaling*
En zij hoorden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde, bij de wind in de namiddag. Toen verborgen Adam en zijn vrouw zich voor het aangezicht van de HEERE God te midden van de bomen in de hof.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zij het geluid van de Here God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de Here God tussen het geboomte in de hof.
King James Version + Strongnumbers
And they heard H8085 ( H853 ) the voice H6963 of the LORD H3068 God H430 walking H1980 in the garden H1588 in the cool H7307 of the day: H3117 and Adam H121 and his wife H802 hid themselves H2244 from the presence H4480 - H6440 of the LORD H3068 God H430 amongst H8432 the trees H6086 of the garden. H1588
Updated King James Version
And they heard the voice of the LORD God walking in the garden in the cool of the day: and Adam and his wife hid themselves from the presence of the LORD God among the trees of the garden.
Gerelateerde verzen
Romeinen 2:15 | Hebreeën 4:13 | Job 38:1 | Job 22:14 | Job 34:21 - Job 34:22 | Jeremía 23:24 | Genesis 3:10 | Deuteronomium 4:33 | Spreuken 15:3 | Deuteronomium 5:25 | Deuteronomium 23:14 | Jona 1:9 - Jona 1:10 | Amos 9:2 - Amos 9:3 | Psalmen 139:1 - Psalmen 139:12 | Jona 1:3 | Job 31:33