Genesis 47:18
Statenvertaling
Toen datzelve jaar voleind was, zo kwamen zij tot hem in het tweede jaar, en zeiden tot hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verbergen, alzo het geld verdaan is, en de bezitting der beesten gekomen aan mijn heer, zo is er niets anders overgebleven voor het aangezichts mijns heren, dan ons lichaam en ons land.
Herziene Statenvertaling*
Toen dat jaar voorbij was, kwamen zij in het tweede jaar naar hem toe en zeiden tegen hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verbergen dat, nu het geld op is en nu de veestapel aan mijn heer is toegekomen, er voor mijn heer niets anders overgebleven is dan ons lichaam en onze grond.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen dat jaar ten einde was, kwamen zij tot hem in het tweede jaar en zeiden tot hem: Wij zullen het voor mijn heer niet verhelen dat, nu het geld op is en onze veestapel aan mijn heer is gekomen, er voor mijn heer niet anders overblijft dan ons lichaam en onze grond.
King James Version + Strongnumbers
When that H1931 year H8141 was ended, H8552 they came H935 unto H413 him the second H8145 year, H8141 and said H559 unto him, We will not H3808 hide H3582 it from H4480 my lord, H113 how that H3588 - H518 our money H3701 is spent; H8552 my lord H113 also hath H413 our herds H4735 of cattle; H929 there is not H3808 ought left H7604 in the sight H6440 of my lord, H113 but H1115 - H518 our bodies, H1472 and our lands: H127
Updated King James Version
When that year was ended, they came unto him the second year, and said unto him, We will not hide it from my lord, how that our money is spent; my lord also has our herds of cattle; there is not ought left in the sight of my lord, but our bodies, and our lands:
Gerelateerde verzen
Jeremía 38:9 | 2 Koningen 6:26