Statenvertaling
Als nu de dagen van Israël naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef, en zeide tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid en trouw aan mij, en begraaf mij toch niet in Egypte;
Herziene Statenvertaling*
Toen de dagen voor Israël naderbij kwamen dat hij zou sterven, riep hij zijn zoon Jozef en zei tegen hem: Als ik toch genade in jouw ogen gevonden heb, leg dan toch je hand onder mijn heup en zweer dat je mij goedertierenheid en trouw zult bewijzen. Begraaf mij toch niet in Egypte,
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen de tijd naderde, dat Israël sterven zou, riep hij zijn zoon Jozef en zeide tot hem: Indien gij mij genegenheid toedraagt, leg dan uw hand onder mijn heup, [en] [zweer] dat gij mij liefde en trouw zult bewijzen: begraaf mij niet in Egypte.
King James Version + Strongnumbers
And the time H3117 drew nigh H7126 that Israel H3478 must die: H4191 and he called H7121 his son H1121 Joseph, H3130 and said H559 unto him, If H518 now H4994 I have found H4672 grace H2580 in thy sight, H5869 put, H7760 I pray thee, H4994 thy hand H3027 under H8478 my thigh, H3409 and deal H6213 kindly H2617 and truly H571 with H5973 me; bury H6912 me not, H408 I pray thee, H4994 in Egypt: H4714
Updated King James Version
And the time drew nigh that Israel must die: and he called his son Joseph, and said unto him, If now I have found grace in your sight, put, I pray you, your hand under my thigh, and deal kindly and truly with me; bury me not, I pray you, in Egypt:
Gerelateerde verzen
Deuteronomium 31:14 | 2 Samuël 7:12 | Genesis 3:19 | Job 7:1 | Psalmen 49:7 | Job 14:14 | Psalmen 89:48 | Genesis 47:9 | Job 30:23 | 2 Samuël 14:14 | Hebreeën 9:27 | Psalmen 6:5 | Hebreeën 11:22 | Genesis 24:49 | 1 Koningen 2:1 | Genesis 24:2 | Genesis 50:24 - Genesis 50:25 | Psalmen 49:9 | Handelingen 7:15 - Handelingen 7:16