Logo Bijbelvers.net

Genesis 47:3



Statenvertaling
Toen zeide Faraö tot zijn broederen: Wat is uw hantering? En zij zeiden tot Faraö: Uw knechten zijn schaapherders, zo wij als onze vaders.

Herziene Statenvertaling*
Toen zei de farao tegen zijn broers: Wat is uw beroep? Zij zeiden tegen de farao: Uw dienaren zijn herders van kleinvee, zowel wij als onze vaderen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Farao zeide tot zijn broeders: Wat is uw bedrijf? Daarop zeiden zij tot Farao: Uw knechten zijn schaapherders, wij evenals onze vaderen.

King James Version + Strongnumbers
And Pharaoh H6547 said H559 unto H413 his brethren, H251 What H4100 is your occupation? H4639 And they said H559 unto H413 Pharaoh, H6547 Thy servants H5650 are shepherds, H7462 - H6629 both H1571 we, H587 and also H1571 our fathers. H1

Updated King James Version
And Pharaoh said unto his brethren, What is your occupation? And they said unto Pharaoh, Your servants are shepherds, both we, and also our fathers.

Gerelateerde verzen
Jona 1:8 | Amos 7:14 - Amos 7:15 | Genesis 4:2 | 2 Thessalonicenzen 3:10 | Genesis 46:33 - Genesis 46:34