Logo Bijbelvers.net

Genesis 47:4



Statenvertaling
Voorts zeiden zij tot Faraö: Wij zijn gekomen, om als vreemdelingen in dit land te wonen; want er is geen weide voor de schapen, die uw knechten hebben, dewijl de honger zwaar is in het land Kanaän; en nu, laat toch uw knechten in het land Gosen wonen!

Herziene Statenvertaling*
Verder zeiden ze tegen de farao: Wij zijn gekomen om als vreemdeling in dit land te wo­nen, want er is geen weidegrond meer voor het kleinvee dat aan uw dienaren toebehoort, om­dat de honger zwaar is in het land Kanaän. Nu dan, laat uw dienaren toch in de landstreek Gosen wonen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Ook zeiden zij tot Farao: Wij zijn gekomen om als vreemdelingen in dit land te vertoeven, want er is geen weide meer voor de kudde, die uw knechten hebben, omdat de hongersnood zwaar is in het land Kanaän; nu dan, sta uw knechten toe in het land Gosen te wonen.

King James Version + Strongnumbers
They said H559 moreover unto H413 Pharaoh, H6547 For to sojourn H1481 in the land H776 are we come; H935 for H3588 - H834 thy servants H5650 have no H369 pasture H4829 for their flocks; H6629 for H3588 the famine H7458 is sore H3515 in the land H776 of Canaan: H3667 now H6258 therefore, we pray thee, H4994 let thy servants H5650 dwell H3427 in the land H776 of Goshen. H1657

Updated King James Version
They said moreover unto Pharaoh, In order to sojourn in the land are we come; for your servants have no pasture for their flocks; for the famine is sore in the land of Canaan: now therefore, we pray you, let your servants dwell in the land of Goshen.

Gerelateerde verzen
Psalmen 105:23 | Handelingen 7:6 | Jesaja 52:4 | Handelingen 7:11 | Genesis 12:10 | Genesis 15:13 | Deuteronomium 26:5 | Genesis 43:1 | Genesis 46:34