Statenvertaling
En hij zeide tot hen: Gij weet, hoe het een Joodsen man ongeoorloofd is, zich te voegen of te gaan tot een vreemde; doch God heeft mij getoond, dat ik geen mens zou gemeen of onrein heten.
Herziene Statenvertaling*
En hij zei tegen hen: U weet dat het een Joodse man niet toegestaan is om met iemand van een ander volk om te gaan of bij hem binnen te gaan; maar God heeft mij laten zien dat ik geen mens onheilig of onrein mag noemen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
en hij sprak tot hen: Gij weet, hoe het een Jood verboden is zich te voegen bij of te gaan tot een niet-Jood; doch mij heeft God doen zien, dat ik niemand onheilig of onrein mag noemen.
King James Version + Strongnumbers
And G5037 he said G5346 unto G4314 them, G846 Ye G5210 know G1987 how G5613 that it is G2076 an unlawful thing G111 for a man G435 that is a Jew G2453 to keep company, G2853 or G2228 come unto G4334 one of another nation; G246 but G2532 God G2316 hath shewed G1166 me G1698 that I should not call G3004 any G3367 man G444 common G2839 or G2228 unclean. G169
Updated King James Version
And he said unto them, All of you know how that it is an unlawful thing for a man that is a Jew to keep company, or come unto one of another nation; but God has showed me that I should not call any man common or unclean.
Gerelateerde verzen
Jesaja 65:5 | Éfeze 3:6 - Éfeze 3:7 | Lukas 18:11 | Johannes 4:27 | Handelingen 11:2 - Handelingen 11:3 | Handelingen 15:8 - Handelingen 15:9 | Johannes 4:9 | Handelingen 10:14 - Handelingen 10:15 | Handelingen 10:34 - Handelingen 10:35 | Galaten 2:12 - Galaten 2:14 | Handelingen 22:21 - Handelingen 22:22 | Handelingen 11:9 | Johannes 18:28