Statenvertaling
Zij zullen den HEERE geen drankofferen doen van wijn, ook zouden zij Hem niet zoet zijn, hun offeranden zouden hun zijn als treurbrood; allen, die dat zouden eten, zouden onrein worden; want hun brood zal voor hun ziel zijn, het zal in des HEEREN huis niet komen.
Herziene Statenvertaling*
Zij zullen voor de HEERE geen wijn plengen en hun offers zullen Hem niet aangenaam zijn. Ze zijn voor hen als brood voor rouwenden: ieder die dat eet, wordt onrein. Want hun brood dient voor henzelf, het mag niet in het huis van de HEERE komen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij zullen voor de Here geen wijn plengen en hun slachtoffers zullen Hem niet aangenaam zijn; zij zijn voor hen als treurbrood; allen die het eten, verontreinigen zich, want hun brood dient voor hen zelf; het zal in het huis des Heren niet komen.
King James Version + Strongnumbers
They shall not H3808 offer H5258 wine H3196 offerings to the LORD, H3068 neither H3808 shall they be pleasing H6149 unto him: their sacrifices H2077 shall be unto them as the bread H3899 of mourners; H205 all H3605 that eat H398 thereof shall be polluted: H2930 for H3588 their bread H3899 for their soul H5315 shall not H3808 come into H935 the house H1004 of the LORD. H3068
Updated King James Version
They shall not offer wine offerings to the LORD, neither shall they be pleasing unto him: their sacrifices shall be unto them as the bread of mourners; all that eat thereof shall be polluted: for their bread for their soul shall not come into the house of the LORD.
Gerelateerde verzen
Ezechiël 24:22 | Maleáchi 2:13 | Leviticus 21:17 | Amos 5:22 | Ezechiël 24:17 | Leviticus 21:21 | Leviticus 21:6 | Hoséa 3:4 | Numeri 28:2 | Numeri 4:7 | Joël 2:14 | Leviticus 17:11 | Hoséa 8:13 | Jesaja 57:6 | Numeri 19:11 | Johannes 6:51 | Jeremía 6:20 | Deuteronomium 26:14 | Amos 8:11 - Amos 8:12 | Amos 4:4 - Amos 4:5 | Nehémia 8:9 - Nehémia 8:12 | Maleáchi 1:9 - Maleáchi 1:10 | Éxodus 40:23 | Haggaï 2:13 - Haggaï 2:14 | Leviticus 21:8 | Joël 1:13 | Jesaja 1:11 - Jesaja 1:15 | Jesaja 66:3