Statenvertaling
Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter.
Herziene Statenvertaling*
Broeders, spreek geen kwaad van elkaar. Wie van zijn broeder kwaadspreekt en over zijn broeder oordeelt, spreekt kwaad over de wet en oordeelt over de wet. Als u over de wet oordeelt, bent u geen dader van de wet, maar een rechter.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Spreekt geen kwaad van elkander, broeders. Wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem oordeelt, spreekt kwaad van de wet en oordeelt haar; en indien gij de wet oordeelt, zijt gij geen dader, doch een rechter der wet.
King James Version + Strongnumbers
Speak not evil G2635 - G3361 one of another, G240 brethren. G80 He that speaketh evil G2635 of his brother, G80 and G2532 judgeth G2919 his G848 brother, G80 speaketh evil G2635 of the law, G3551 and G2532 judgeth G2919 the law: G3551 but G1161 if G1487 thou judge G2919 the law, G3551 thou art G1488 not G3756 a doer G4163 of the law, G3551 but G235 a judge. G2923
Updated King James Version
Speak not evil one of another, brethren. He that speaks evil of his brother, and judges his brother, speaks evil of the law, and judges the law: but if you judge the law, you are not a doer of the law, but a judge.
Gerelateerde verzen
Jakobus 5:9 | Romeinen 2:13 | Romeinen 14:3 - Romeinen 14:4 | Romeinen 7:7 | Romeinen 14:10 - Romeinen 14:12 | Romeinen 2:1 | Éfeze 4:31 | 1 Petrus 2:1 | Psalmen 140:11 | 1 Timótheüs 3:11 | Titus 2:3 | 2 Korinthe 12:20 | Jakobus 1:25 | 1 Korinthe 4:5 | Romeinen 7:12 - Romeinen 7:13 | 2 Timótheüs 3:3 | Jakobus 1:22 - Jakobus 1:23 | Lukas 6:37 | Matthéüs 7:1 - Matthéüs 7:2