Statenvertaling
Ziet, Ik wil aan u, gij inwoneres des dals, gij rots van het plein! spreekt de HEERE; gijlieden, die zegt: Wie zou tegen ons afkomen, of wie zou komen in onze woningen?
Herziene Statenvertaling*
Zie, Ik zál u, u die zetelt in het dal, rots in de vlakte, spreekt de HEERE, u die zegt: Wie zal naar ons afdalen of wie zal onze schuilplaatsen binnenkomen?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zie, Ik zal u! die daar zetelt in het dal, rots in de vlakte! luidt het woord des Heren, gij, die zegt: Wie zal tot ons afdalen, wie zal in onze schuilhoeken binnendringen?
King James Version + Strongnumbers
Behold, H2009 I am against H413 thee, O inhabitant H3427 of the valley, H6010 and rock H6697 of the plain, H4334 saith H5002 the LORD; H3068 which say, H559 Who H4310 shall come down H5181 against H5921 us? or who H4310 shall enter H935 into our habitations? H4585
Updated King James Version
Behold, I am against you, O inhabitant of the valley, and rock of the plain, says the LORD; which say, Who shall come down against us? or who shall enter into our habitations?
Gerelateerde verzen
Jeremía 51:25 | 2 Samuël 5:6 - 2 Samuël 5:7 | Micha 3:11 | Psalmen 125:2 | Jeremía 49:16 | Éxodus 13:20 | Jeremía 7:4 | Klaagliederen 4:12 | Jeremía 23:30 - Jeremía 23:32 | Jeremía 49:4 - Jeremía 49:5 | Éxodus 13:8 | Ezechiël 13:8 | Obadja 1:3 - Obadja 1:4 | Jeremía 21:5 | Jeremía 50:31 | Jesaja 22:1