Statenvertaling
Toen namen zij Jeremía en wierpen hem in den kuil van Malchía, den zoon van Hammélech, die in het voorhof der bewaring was, en zij lieten Jeremía af met zelen; in den kuil nu was geen water, maar slijk; en Jeremía zonk in het slijk.
Herziene Statenvertaling*
Zij namen Jeremia mee en wierpen hem in de put van Malkia, de zoon van de koning, die op het binnenplein van de wacht was, en zij lieten Jeremia met touwen neer. Nu was er geen water in de put, maar wel slijk. In dat slijk zakte Jeremia weg.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen namen zij Jeremia en wierpen hem in de put van prins Malkia, die in de gevangenhof was, en zij lieten hem aan touwen zakken; in de put nu was geen water, maar wel slijk; en Jeremia zonk in het slijk.
King James Version + Strongnumbers
Then took H3947 they ( H853 ) Jeremiah, H3414 and cast H7993 him into H413 the dungeon H953 of Malchiah H4441 the son H1121 of Hammelech, H4429 that H834 was in the court H2691 of the prison: H4307 and they let down H7971 ( H853 ) Jeremiah H3414 with cords. H2256 And in the dungeon H953 there was no H369 water, H4325 but H3588 - H518 mire: H2916 so Jeremiah H3414 sunk H2883 in the mire. H2916
Updated King James Version
Then took they Jeremiah, and cast him into the dungeon of Malchiah the son of Hammelech, that was in the court of the prison: and they let down Jeremiah with cords. And in the dungeon there was no water, but mire: so Jeremiah sunk in the mire.
Gerelateerde verzen
2 Korinthe 4:8 - 2 Korinthe 4:9 | Psalmen 69:2 | Handelingen 16:24 | Psalmen 40:2 | Jeremía 38:11 - Jeremía 38:12 | Hebreeën 10:36 | Klaagliederen 3:52 - Klaagliederen 3:55 | Lukas 3:19 - Lukas 3:20 | Zacharia 9:11 | Jeremía 36:26 | Psalmen 69:14 - Psalmen 69:15 | Genesis 37:24 | Jeremía 38:22 | Jeremía 37:21 | Jeremía 37:16 | Psalmen 109:5