Logo Bijbelvers.net

Jeremía 6:10



Statenvertaling
Tot wie zal ik spreken en betuigen, dat zij het horen? Ziet, hun oor is onbesneden, dat zij niet kunnen toeluisteren; ziet, het woord des HEEREN is hun tot een smaad, zij hebben geen lust daartoe.

Herziene Statenvertaling*
Tegen wie zal ik spreken, en wie zal ik waarschuwen dat zij zullen luisteren? Zie, onbesneden is hun oor, zodat ze niet in staat zijn om er acht op te slaan, zie, het woord van de HEERE is hun tot smaad, ze vinden er geen vreugde in.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Tot wie moet ik spreken en betuigen, dat zij horen? Zie, hun oor is onbesneden, zodat zij niet kunnen luisteren; zie, het woord des Heren is hun tot een smaad, zij hebben daarin geen behagen.

King James Version + Strongnumbers
To H5921 whom H4310 shall I speak, H1696 and give warning, H5749 that they may hear? H8085 behold, H2009 their ear H241 is uncircumcised, H6189 and they cannot H3201 - H3808 hearken: H7181 behold, H2009 the word H1697 of the LORD H3068 is H1961 unto them a reproach; H2781 they have no H3808 delight H2654 in it.

Updated King James Version
To whom shall I speak, and give warning, that they may hear? behold, their ear is uncircumcised, and they cannot hearken: behold, the word of the LORD is unto them a reproach; they have no delight in it.

Gerelateerde verzen
Jesaja 6:9 - Jesaja 6:10 | Jeremía 20:8 - Jeremía 20:9 | Ezechiël 33:9 | Psalmen 40:8 | Psalmen 119:16 | Romeinen 7:22 | Matthéüs 3:7 | Jesaja 42:23 - Jesaja 42:25 | Jesaja 28:9 - Jesaja 28:13 | Amos 7:10 | Psalmen 119:35 | Jeremía 7:26 | Éxodus 6:12 | Handelingen 7:51 | Psalmen 119:70 | Jeremía 4:4 | Psalmen 119:174 | Lukas 20:19 | Kolossenzen 1:28 | Deuteronomium 29:4 | Jesaja 53:1 | Psalmen 1:2 | Lukas 11:45 | Jeremía 5:4 - Jeremía 5:5 | Handelingen 7:60 | Psalmen 119:24 | 2 Timótheüs 4:3 | Psalmen 119:77 | Johannes 7:7 | Hebreeën 11:7 | Ezechiël 3:18 - Ezechiël 3:21 | Johannes 9:40 | 2 Kronieken 36:15 - 2 Kronieken 36:16 | Ezechiël 33:3