Statenvertaling
Toen kwam Eljákim, de zoon van Hilkía, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkía met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden van Rabsaké te kennen.
Herziene Statenvertaling*
Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, het hoofd van de hofhouding, met Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, in gescheurde kleren naar Hizkia toe. Zij vertelden hem de woorden van de commandant.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen kwamen de hofmaarschalk Eljakim, de zoon van Chilkia, de schrijver Sebna en de kanselier Joach, de zoon van Asaf, met gescheurde klederen tot Hizkia en zij brachten hem de woorden van de maarschalk over.
King James Version + Strongnumbers
Then came H935 Eliakim, H471 the son H1121 of Hilkiah, H2518 that H834 was over H5921 the household, H1004 and Shebna H7644 the scribe, H5608 and Joah, H3098 the son H1121 of Asaph, H623 the recorder, H2142 to H413 Hezekiah H2396 with their clothes H899 rent, H7167 and told H5046 him ( H853 ) the words H1697 of Rabshakeh. H7262
Updated King James Version
Then came Eliakim, the son of Hilkiah, that was over the household, and Shebna the scribe, and Joah, the son of Asaph, the recorder, to Hezekiah with their clothes rent, and told him the words of Rabshakeh.
Gerelateerde verzen
Ezra 9:3 | Jesaja 36:11 | Matthéüs 26:65 | Jesaja 37:1 - Jesaja 37:2 | Jesaja 36:3 | Jesaja 33:7 | 2 Koningen 5:7