Statenvertaling
Gij, welken Ik gegrepen heb van de einden der aarde, en uit haar bijzonderste geroepen heb; en zeide tot u: Gij zijt Mijn knecht; u heb Ik uitverkoren, en heb u niet verworpen.
Herziene Statenvertaling*
u, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde, geroepen uit haar uithoeken, en tegen wie Ik zei: U bent Mijn dienaar, Ik heb u verkozen, Ik heb u niet verworpen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Gij, die Ik gegrepen heb van de einden der aarde en geroepen uit haar uithoeken, tot wie Ik zeide: Gij zijt mijn knecht, Ik heb u verkoren en u niet versmaad;
King James Version + Strongnumbers
Thou whom I have taken H2388 from the ends H7098 of the earth H776, and called H7121 thee from the chief men H678 thereof, and said H559 unto thee, Thou art my servant H5650; I have chosen H977 thee, and not cast thee away H3988.
Updated King James Version
You whom I have taken from the ends of the earth, and called you from the chief men thereof, and said unto you, You are my servant; I have chosen you, and not cast you away.
Gerelateerde verzen
Lukas 13:29 | 1 Samuël 12:22 | Jesaja 43:5 - Jesaja 43:6 | Romeinen 11:1 - Romeinen 11:2 | 1 Korinthe 1:26 - 1 Korinthe 1:29 | Nehémia 9:7 - Nehémia 9:38 | Jesaja 41:2 | Jeremía 33:25 - Jeremía 33:26 | Jakobus 2:5 | Openbaring 5:9 | Jozua 24:2 - Jozua 24:4 | Deuteronomium 7:6 - Deuteronomium 7:7 | Psalmen 107:2 - Psalmen 107:3 | Psalmen 94:14 | Jesaja 41:8