Logo Bijbelvers.net

Jesaja 44:19



Statenvertaling
En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?

Herziene Statenvertaling*
Niemand neemt het ter harte, er is geen kennis en geen inzicht om te zeggen: De helft ervan heb ik verbrand in het vuur, ook heb ik brood gebakken op de houtskool ervan, ik heb vlees gebraden en gegeten – en zou ik van het overgebleven hout iets gruwelijks maken, zou ik knielen voor een stuk hout?

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Niemand neemt dit ter harte, niemand heeft ken­nis of inzicht, zodat hij zegt: De helft daarvan ver­brandde ik in het vuur, ook bakte ik op zijn kolen brood, ik braadde vlees en ik at; zou ik dan van zijn overschot een gruwel maken, zou ik neerknie­len voor een blok hout?

King James Version + Strongnumbers
And none considereth H7725 in his heart H3820, neither is there knowledge H1847 nor understanding H8394 to say H559, I have burned H8313 part H2677 of it in H1119 the fire H784; yea, also I have baked H644 bread H3899 upon the coals H1513 thereof; I have roasted H6740 flesh H1320, and eaten H398 it: and shall I make H6213 the residue H3499 thereof an abomination H8441? shall I fall down H5456 to the stock H944 of a tree H6086?

Updated King James Version
And none considers in his heart, neither is there knowledge nor understanding to say, I have burned part of it in the fire; yea, also I have baked bread upon the coals thereof; I have roasted flesh, and eaten it: and shall I make the residue thereof an abomination? shall I fall down to the stock of a tree?

Gerelateerde verzen
Éxodus 7:23 | Jesaja 5:13 | 1 Koningen 11:7 | 1 Koningen 11:5 | Deuteronomium 32:46 | Ezechiël 40:4 | 2 Koningen 23:13 | Jesaja 45:20 | Jesaja 46:8 | Deuteronomium 27:15 | Hoséa 7:2 | Haggaï 1:5