Statenvertaling
Zij broeden basiliskus-eieren uit, en zij weven spinnewebben; die van hun eieren eet, moet sterven, en als het in stukken gedrukt wordt, er berst een adder uit.
Herziene Statenvertaling*
Zij broeden eieren van een gifslang uit en zij weven spinnenwebben. Wie van hun eieren eet, sterft; is er een kapotgedrukt, dan perst er zich een adder uit.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij broeden eieren van giftige slangen uit en weven spinnewebben. Wie van hun eieren eet, zal sterven; als er een ingedrukt wordt, berst er een adder uit.
King James Version + Strongnumbers
They hatch H1234 cockatrice' H6848 eggs, H1000 and weave H707 the spider's H5908 web: H6980 he that eateth H398 of their eggs H4480 - H1000 dieth, H4191 and that which is crushed H2116 breaketh out H1234 into a viper. H660
Updated King James Version
They hatch cockatrice' eggs, and weave the spider's web: he that eats of their eggs dies, and that which is crushed breaks out into a viper.
Gerelateerde verzen
Jesaja 14:29 | Spreuken 23:32 | Job 8:14 | Matthéüs 12:34 | Matthéüs 3:7