Statenvertaling
Jezus antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete ingedoopt had, gaf Hij ze Judas, Simons zoon, Iskáriot.
Herziene Statenvertaling*
Jezus antwoordde: Die is het aan wie Ik het stuk brood zal geven, nadat Ik het ingedoopt heb. En toen Hij het stuk brood ingedoopt had, gaf Hij het aan Judas Iskariot, de zoon van Simon.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Jezus dan antwoordde: Die is het, voor wie Ik het stuk brood indoop en wie Ik het geef. Hij doopte dan het stuk brood in en nam het en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot.
King James Version + Strongnumbers
Jesus G2424 answered, G611 He G1565 it is, G2076 to whom G3739 I G1473 shall give G1929 a sop, G5596 when I have dipped G911 it. And G2532 when he had dipped G1686 the G3588 sop, G5596 he gave G1325 it to Judas G2455 Iscariot, G2469 the son of Simon. G4613
Updated King James Version
Jesus answered, He it is, to whom I shall give a morsel, when I have dipped it. And when he had dipped the morsel, he gave it to Judas Iscariot, the son of Simon.
Gerelateerde verzen
Johannes 6:70 - Johannes 6:71 | Lukas 22:21 | Johannes 13:30 | Johannes 12:4 - Johannes 12:6 | Markus 14:19 - Markus 14:20 | Matthéüs 26:23