Jozua 1:15
Statenvertaling
Totdat de HEERE uw broederen rust geve, als ulieden, en dat zij ook erfelijk bezitten het land, dat de HEERE, uw God, hun geeft; alsdan zult gijlieden wederkeren tot het land uwer erfenis, en zult het erfelijk bezitten, dat Mozes, de knecht des HEEREN, ulieden gegeven heeft, aan deze zijde van de Jordaan, tegen den opgang der zon.
Herziene Statenvertaling*
totdat de HEERE aan uw broeders rust geeft zoals aan u, en ook zij het land in bezit nemen dat de HEERE, uw God, hun geeft. Dan mag u terugkeren naar het land van uw bezit en mag u het in bezit nemen, namelijk het land dat Mozes, de dienaar van de HEERE, u gegeven heeft, aan deze zijde van de Jordaan, waar de zon opkomt.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Totdat de Here uw broeders rust geschonken heeft evenals u, en ook zij bezit genomen hebben van het land dat de Here, uw God, hun geven zal. Dan moogt gij terugkeren naar uw eigen land en dat in bezit nemen, hetwelk Mozes, de knecht des Heren, u gegeven heeft aan de overzijde van de Jordaan in het oosten.
King James Version + Strongnumbers
Until H5704 - H834 the LORD H3068 have given H5117 your brethren H251 rest, H5117 as he hath given you, and they H1992 also H1571 have possessed H3423 ( H853 ) the land H776 which H834 the LORD H3068 your God H430 giveth H5414 them: then ye shall return H7725 unto the land H776 of your possession, H3425 and enjoy H3423 it, which H834 Moses H4872 the LORD'S H3068 servant H5650 gave H5414 you on this side H5676 Jordan H3383 toward the sunrising. H4217 - H8121
Updated King James Version
Until the LORD have given your brethren rest, as he has given you, and they also have possessed the land which the LORD your God gives them: then all of you shall return unto the land of your possession, and enjoy it, which Moses the LORD's servant gave you on this side Jordan toward the sunrising.
Gerelateerde verzen
Jozua 22:4 - Jozua 22:9 | Galaten 6:2 | Filippenzen 2:4 | Galaten 5:13 | 1 Korinthe 13:5 | Numeri 32:17 - Numeri 32:22 | Filippenzen 1:21 - Filippenzen 1:26 | 1 Korinthe 12:26