Logo Bijbelvers.net

Leviticus 13:3



Statenvertaling
En de priester zal de plaag in het vel des vleses bezien; zo het haar in die plaag in wit veranderd is, en het aanzien der plaag dieper is dan het vel zijns vleses, het is de plaag der melaatsheid; als de priester hem bezien zal hebben, dan zal hij hem onrein verklaren.

Herziene Statenvertaling*
Daarop moet de priester de aangetaste plek op de huid van het lichaam bezien. Als het haar op de aangetaste plek wit geworden is, en de aangetaste plek zichtbaar dieper ligt dan de huid van zijn lichaam, dan is het de ziekte van de melaatsheid. Als de priester hem bezien heeft, dan moet hij hem onrein verklaren.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
De priester zal dan de aangetaste plek op de huid van het lichaam bezien, en als het haar op de aan­getaste plek wit is geworden en het blijkt, dat de aangetaste plek dieper zit dan de huid van zijn lichaam, dan is het de plaag der melaatsheid; als de priester dat ziet, zal hij hem onrein verklaren.

King James Version + Strongnumbers
And the priest H3548 shall look on H7200 ( H853 ) the plague H5061 in the skin H5785 of the flesh: H1320 and when the hair H8181 in the plague H5061 is turned H2015 white, H3836 and the plague H5061 in sight H4758 be deeper H6013 than the skin H4480 - H5785 of his flesh, H1320 it H1931 is a plague H5061 of leprosy: H6883 and the priest H3548 shall look on H7200 him, and pronounce him unclean. H2930 ( H853 )

Updated King James Version
And the priest shall look on the plague in the skin of the flesh: and when the hair in the plague is turned white, and the plague in sight be deeper than the skin of his flesh, it is a plague of leprosy: and the priest shall look on him, and pronounce him unclean.

Gerelateerde verzen
Leviticus 10:10 | Maleáchi 2:7 | Ezechiël 44:23 | 1 Korinthe 5:4 - 1 Korinthe 5:6 | Romeinen 3:19 - Romeinen 3:20 | Haggaï 2:11 | 2 Timótheüs 2:16 - 2 Timótheüs 2:17 | Johannes 20:23 | 2 Timótheüs 3:13 | Handelingen 20:28 | Leviticus 13:2 | Matthéüs 18:17 - Matthéüs 18:18 | Romeinen 7:7 | Hoséa 7:9 | Genesis 13:3 | Ezechiël 16:30 | 2 Thessalonicenzen 3:14 - 2 Thessalonicenzen 3:15 | Hebreeën 13:7 | Openbaring 2:23 | Matthéüs 16:19 | 1 Timótheüs 1:20