Logo Bijbelvers.net

Leviticus 13:55



Statenvertaling
Als de priester, nadat het gewassen is, de plaag zal bezien hebben, dat, ziet, de plaag haar gedaante niet veranderd heeft, en de plaag niet uitgespreid is, het is onrein, gij zult het met vuur verbranden; het is een ingraving aan zijn achterste of aan zijn voorste zijde.

Herziene Statenvertaling*
Heeft de priester daarna de aangetaste plek gezien nadat het voorwerp gewassen is, en zie, de aangetaste plek is niet zichtbaar veranderd en de aangetaste plek heeft zich niet uitgebreid, dan is het onrein. U moet het met vuur verbranden. Het is een invreting aan de achter-of voorkant.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Nadat het gewassen is, zal de priester het aange­taste bezien; wanneer blijkt, dat de aangetaste plek er niet anders uitziet, ook al heeft de aange­taste plek zich niet uitgebreid, dan is het onrein; met vuur zult gij het verbranden, het is een invre­ting aan zijn achterkant of aan zijn voorkant.

King James Version + Strongnumbers
And the priest H3548 shall look on H7200 ( H853 ) the plague, H5061 after that H310 it is washed: H3526 and, behold, H2009 if the plague H5061 have not H3808 changed H2015 ( H853 ) his colour, H5869 and the plague H5061 be not H3808 spread; H6581 it H1931 is unclean; H2931 thou shalt burn H8313 it in the fire; H784 it H1931 is fret inward, H6356 whether it be bare within H7146 or H176 without. H1372

Updated King James Version
And the priest shall look on the plague, after that it is washed: and, behold, if the plague have not changed his colour, and the plague be not spread; it is unclean; you shall burn it in the fire; it is fret inward, whether it be bare within or without.

Gerelateerde verzen
Ezechiël 24:13 | 2 Petrus 2:20 - 2 Petrus 2:22 | Hebreeën 6:4 - Hebreeën 6:8 | 2 Petrus 1:9