Statenvertaling
En Aäron zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden bok leggen, en zal daarop al de ongerechtigheden der kinderen Israëls, en al hun overtredingen, naar al hun zonden, belijden; en hij zal die op het hoofd des boks leggen, en zal hem door de hand eens mans, die voorhanden is, naar de woestijn uitlaten.
Herziene Statenvertaling*
Aäron moet zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en al de ongerechtigheden van de Israëlieten belijden, al hun overtredingen, overeenkomstig al hun zonden. Hij moet die op de kop van de bok leggen en hem door de hand van een man, die daarvoor gereedstaat, de woestijn in sturen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En Aaron zal zijn beide handen op de kop van de levende bok leggen en over hem al de ongerechtigheden der Israëlieten en al hun overtredingen in al hun zonden, belijden; hij zal die op de kop van de bok leggen en die door iemand, die daarvoor gereed staat, naar de woestijn laten brengen.
King James Version + Strongnumbers
And Aaron H175 shall lay H5564 ( H853 ) both H8147 his hands H3027 upon H5921 the head H7218 of the live H2416 goat, H8163 and confess H3034 over H5921 him ( H853 ) all H3605 the iniquities H5771 of the children H1121 of Israel, H3478 and all H3605 their transgressions H6588 in all H3605 their sins, H2403 putting H5414 them upon H5921 the head H7218 of the goat, H8163 and shall send him away H7971 by the hand H3027 of a fit H6261 man H376 into the wilderness: H4057
Updated King James Version
And Aaron shall lay both his hands upon the head of the live goat, and confess over him all the iniquities of the children of Israel, and all their transgressions in all their sins, putting them upon the head of the goat, and shall send him away by the hand of a fit man into the wilderness:
Gerelateerde verzen
Psalmen 51:3 | Nehémia 9:3 - Nehémia 9:5 | Nehémia 1:6 - Nehémia 1:7 | 2 Korinthe 5:21 | Daniël 9:3 - Daniël 9:20 | Jesaja 53:6 | Leviticus 26:40 | Psalmen 32:5 | Leviticus 1:4 | Romeinen 10:10 | Spreuken 28:13 | Éxodus 29:10 | Leviticus 5:5 | Ezra 10:1