Statenvertaling
En zij zeiden tot Hem: Wij kunnen. Doch Jezus zeide tot hen: Den drinkbeker, dien Ik drink, zult gij wel drinken, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word;
Herziene Statenvertaling*
En zij zeiden tegen Hem: Dat kunnen wij. Maar Jezus zei tegen hen: De drinkbeker die Ik drink, zult u wel drinken, en met de doop waarmee Ik gedoopt word, zult u gedoopt worden,
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij zeiden tot Hem: Wij kunnen het. Jezus zeide tot hen: De beker, die Ik drink, zult gij drinken en met de doop, waarmede Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden,
King James Version + Strongnumbers
And G1161 they G3588 said G2036 unto him, G846 We can. G1410 And G1161 Jesus G2424 said G2036 unto them, G846 Ye shall indeed G3303 drink G4095 of the G3588 cup G4221 that G3739 I G1473 drink G4095 of; and G2532 with the G3588 baptism G908 that G3739 I G1473 am baptized G907 withal shall ye be baptized: G907
Updated King James Version
And they said unto him, We can. And Jesus said unto them, All of you shall indeed drink of the cup that I drink of; and with the baptism that I am baptized likewise shall all of you be baptized:
Gerelateerde verzen
Kolossenzen 1:24 | Openbaring 1:9 | Johannes 17:14 | Matthéüs 10:25 | Johannes 13:37 | Handelingen 12:2 | Markus 14:36 | Johannes 15:20 | Markus 14:31