Matthéüs 13:15
Statenvertaling
Want het hart dezes volks is dik geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord, en hun ogen hebben zij toegedaan; opdat zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, en Ik hen geneze.
Herziene Statenvertaling*
Want het hart van dit volk is vet geworden, en zij hebben met de oren slecht gehoord, en hun ogen hebben zij dichtgedaan, opdat zij niet op enig moment met de ogen zouden zien en met de oren horen en met het hart begrijpen, en zij zich zouden bekeren en Ik hen zou genezen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
want het hart van dit volk is vet geworden, en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en Ik hen zou genezen.
King James Version + Strongnumbers
For G1063 this G5127 people's G2992 heart G2588 is waxed gross, G3975 and G2532 their ears G3775 are dull of hearing, G191 - G917 and G2532 their G848 eyes G3788 they have closed; G2576 lest at any time G3379 they should see G1492 with their eyes, G3788 and G2532 hear G191 with their ears, G3775 and G2532 should understand G4920 with their heart, G2588 and G2532 should be converted, G1994 and G2532 I should heal G2390 them. G846
Updated King James Version
For this people's heart is waxed gross, and their ears are dull of hearing, and their eyes they have closed; lest at any time they should see with their eyes and hear with their ears, and should understand with their heart, and should be converted, and I should heal them.
Gerelateerde verzen
Maleáchi 4:2 | Jeremía 3:22 | Hoséa 14:4 | Jeremía 33:6 | 2 Thessalonicenzen 2:10 - 2 Thessalonicenzen 2:11 | Markus 4:12 | 2 Timótheüs 4:4 | Handelingen 7:57 | Zacharia 7:11 | Johannes 8:43 - Johannes 8:44 | Jesaja 6:10 | Handelingen 3:19 | Openbaring 22:2 | Hebreeën 5:11 | Hebreeën 6:4 - Hebreeën 6:6 | Jesaja 29:10 - Jesaja 29:12 | Jeremía 17:14 | Psalmen 119:70 | Jesaja 44:20 | 2 Timótheüs 2:25 - 2 Timótheüs 2:26 | Jesaja 57:18