Statenvertaling
En Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen zitten mogen, de een tot Uw rechter- en de ander tot Uw linker hand in Uw Koninkrijk.
Herziene Statenvertaling*
Hij zei tegen haar: Wat wilt u? Zij zei tegen Hem: Zeg dat deze twee zonen van mij mogen zitten, de één aan Uw re-chter-en de ander aan Uw linkerhand in Uw Koninkrijk.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hij zeide tot haar: Wat wilt gij? Zij zeide tot Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen mogen zitten, een aan uw rechterzijde en een aan uw linkerzijde in uw Koninkrijk.
King James Version + Strongnumbers
And G1161 he G3588 said G2036 unto her, G846 What G5101 wilt G2309 thou? She saith G3004 unto him, G846 Grant G2036 that G2443 these G3778 my G3450 two G1417 sons G5207 may sit, G2523 the one G1520 on G1537 thy G4675 right hand, G1188 and G2532 the other G1520 on G1537 the left, G2176 in G1722 thy G4675 kingdom. G932
Updated King James Version
And he said unto her, What will you? She says unto him, Grant that these my two sons may sit, the one on your right hand, and the other on the left, in your kingdom.
Gerelateerde verzen
Matthéüs 18:1 | Psalmen 45:9 | Esther 5:3 | Jeremía 45:5 | Romeinen 12:10 | Kolossenzen 3:1 | Johannes 15:7 | Filémon 1:2 - Filémon 1:3 | Matthéüs 20:32 | Markus 6:22 | Lukas 22:24 | Lukas 19:11 | Handelingen 1:6 | 1 Koningen 3:5 | Psalmen 110:1 | Lukas 17:20 - Lukas 17:21 | Matthéüs 19:28 | 1 Koningen 2:19 | Markus 10:51 | Markus 16:19 | Romeinen 8:34 | Markus 10:36 - Markus 10:37 | Lukas 18:41