Statenvertaling
Toen zeide de koning tot de dienaars: Bindt zijn handen en voeten, neemt hem weg, en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal zijn wening en knersing der tanden.
Herziene Statenvertaling*
Toen zei de koning tegen de dienaars: Bind hem aan handen en voeten, neem hem mee en werp hem uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zeide de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werpt hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.
King James Version + Strongnumbers
Then G5119 said G2036 the G3588 king G935 to the G3588 servants, G1249 Bind G1210 him G846 hand G5495 and G2532 foot, G4228 and take him away, G142 - G846 and G2532 cast G1544 him into G1519 outer G1857 darkness; G4655 there G1563 shall be G2071 weeping G2805 and G2532 gnashing G1030 of teeth. G3599
Updated King James Version
Then said the king to the servants, Bind him hand and foot, and take him away, and cast him into outer darkness, there shall be weeping and gnashing of teeth.
Gerelateerde verzen
Psalmen 112:10 | Daniël 3:20 | 2 Petrus 2:17 | Matthéüs 13:42 | Lukas 13:28 | Judas 1:13 | Handelingen 21:11 | Matthéüs 8:12 | Judas 1:6 | Matthéüs 25:30 | Matthéüs 13:30 | Matthéüs 12:29 | Johannes 21:18 | 2 Petrus 2:4 | Jesaja 52:1 | Matthéüs 24:51 | Openbaring 21:27 | Psalmen 37:12 | Handelingen 7:54 | 2 Thessalonicenzen 1:9 | Matthéüs 13:50