Statenvertaling
Toen zeide ik tot hen: Gijlieden ziet de ellende, waarin wij zijn, dat Jeruzalem woest is, en haar poorten met vuur verbrand zijn; komt, en laat ons Jeruzalems muur opbouwen; opdat wij niet meer een versmaadheid zijn.
Herziene Statenvertaling*
Toen zei ik tegen hen: U ziet de ellende waarin wij verkeren, dat Jeruzalem verwoest ligt, en zijn poorten met vuur verbrand zijn. Kom, laten we de muur van Jeruzalem opbouwen, zodat wij niet langer een voorwerp van smaad zijn.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zeide ik tot hen: Gij ziet de rampspoed, waarin wij verkeren, dat Jeruzalem verwoest is en zijn poorten met vuur verbrand zijn. Komt, laat ons de muur van Jeruzalem herbouwen, zodat wij niet langer een voorwerp van smaad zijn.
King James Version + Strongnumbers
Then said H559 I unto H413 them, Ye H859 see H7200 the distress H7451 that H834 we H587 are in, how H834 Jerusalem H3389 lieth waste, H2720 and the gates H8179 thereof are burned H3341 with fire: H784 come, H1980 and let us build up H1129 ( H853 ) the wall H2346 of Jerusalem, H3389 that we be H1961 no H3808 more H5750 a reproach. H2781
Updated King James Version
Then said I unto them, All of you see the distress that we are in, how Jerusalem lies waste, and the gates thereof are burned with fire: come, and let us build up the wall of Jerusalem, that we be no more a reproach.
Gerelateerde verzen
Psalmen 79:12 | Klaagliederen 3:45 - Klaagliederen 3:46 | Ezra 5:1 - Ezra 5:2 | Klaagliederen 2:8 - Klaagliederen 2:9 | Ezra 10:2 - Ezra 10:4 | Klaagliederen 3:51 | Klaagliederen 2:2 | Ezechiël 5:14 | Nehémia 1:3 | Psalmen 79:4 | 1 Samuël 11:2 | Psalmen 44:13 | Ezechiël 22:4 - Ezechiël 22:5 | Jeremía 24:9 | Psalmen 89:50 - Psalmen 89:51 | Jesaja 35:3 - Jesaja 35:4