Statenvertaling
Hebt Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten in de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, om hen op den weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hen te lichten, en dat, op den weg, waarin zij zouden wandelen.
Herziene Statenvertaling*
hebt U hen in Uw grote barmhartigheid toch niet verlaten in de woestijn. De wolkkolom week overdag niet van boven hen om hen te leiden op de weg, en ook de vuurkolom 's nachts niet om voor hen de weg te verlichten waarop zij zouden gaan.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hebt Gij toch in uw grote barmhartigheid hen niet in de woestijn verlaten. De wolkkolom week niet van boven hen des daags, om hen op de weg te leiden, noch de vuurkolom des nachts, om hun op de weg die zij gingen, licht te geven.
King James Version + Strongnumbers
Yet thou H859 in thy manifold H7227 mercies H7356 forsookest H5800 them not H3808 in the wilderness: H4057 ( H853 ) the pillar H5982 of the cloud H6051 departed H5493 not H3808 from H4480 - H5921 them by day, H3119 to lead H5148 them in the way; H1870 neither the pillar H5982 of fire H784 by night, H3915 to shew them light, H215 and the way H1870 wherein H834 they should go. H1980
Updated King James Version
Yet you in your manifold mercies forsook them not in the wilderness: the pillar of the cloud departed not from them by day, to lead them in the way; neither the pillar of fire by night, to show them light, and the way wherein they should go.
Gerelateerde verzen
Nehémia 9:31 | Nehémia 9:12 | 1 Samuël 12:22 | Numeri 9:15 - Numeri 9:22 | 1 Korinthe 10:1 - 1 Korinthe 10:2 | Jesaja 44:21 | Ezechiël 20:14 | Klaagliederen 3:22 | Jesaja 4:5 - Jesaja 4:6 | Psalmen 106:45 | Daniël 9:18 | Psalmen 106:7 - Psalmen 106:8 | Numeri 14:14 | Ezechiël 20:22 | Nehémia 9:27 | Éxodus 40:38 | Maleáchi 3:6 | Daniël 9:9 | Éxodus 13:21 - Éxodus 13:22