Logo Bijbelvers.net

Obadja 1:13



Statenvertaling
Noch ter poorte Mijns volks ingegaan zijn, ten dage huns verderfs; noch gezien hebben, ook gij, op zijn kwaad, ten dage zijns verderfs; noch uw handen uitgestrekt hebben aan zijn heir, ten dage zijns verderfs;

Herziene Statenvertaling*
U had de poort van Mijn volk niet binnen mogen trekken op de dag van hun ondergang. U, juist u, had niet mogen toe­kijken bij het kwaad dat hem trof op de dag van zijn ondergang. U had uw handen niet mogen uitstrekken naar zijn leger op de dag van zijn ondergang.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Kom niet in de poort van mijn volk ten dage van hun ongeluk; gij, zie niet met leedvermaak zijn onheil, ten dage van zijn ongeluk; en strek de hand niet uit naar zijn have ten dage van zijn ongeluk;

King James Version + Strongnumbers
Thou shouldest not H408 have entered H935 into the gate H8179 of my people H5971 in the day H3117 of their calamity; H343 yea, H1571 thou H859 shouldest not H408 have looked H7200 on their affliction H7451 in the day H3117 of their calamity, H343 nor H408 have laid H7971 hands on their substance H2428 in the day H3117 of their calamity; H343

Updated King James Version
You should not have entered into the gate of my people in the day of their calamity; yea, you should not have looked on their affliction in the day of their calamity, nor have laid hands on their substance in the day of their calamity;

Gerelateerde verzen
2 Samuël 16:12 | Ezechiël 35:10 | Psalmen 22:17 | Ezechiël 35:5 | Zacharia 1:15