Logo Bijbelvers.net

Richteren 13:8



Statenvertaling
Toen aanbad Manóach den HEERE vuriglijk, en zeide: Och, HEERE! dat toch de Man Gods, Dien Gij gezonden hebt, weder tot ons kome, en ons lere, wat we dat knechtje doen zullen, dat geboren zal worden.

Herziene Statenvertaling*
Daarop bad Manoach de HEERE vurig en zei: Ach, Heere, laat de Man Gods Die U gezonden hebt, toch opnieuw naar ons toe komen om ons te leren wat wij met het jongetje dat geboren zal worden, moeten doen.

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen bad Manoach tot de Here en zeide: Och, Here, moge de man Gods, die Gij gezonden hebt, nog eens tot ons komen en ons leren, wat wij met de jongen moeten doen, die geboren zal worden.

King James Version + Strongnumbers
Then Manoah H4495 intreated H6279 - H413 the LORD, H3068 and said, H559 O H994 my Lord, H136 let the man H376 of God H430 which H834 thou didst send H7971 come H935 again H5750 unto H413 us, and teach H3384 us what H4100 we shall do H6213 unto the child H5288 that shall be born. H3205

Updated King James Version
Then Manoah implored the LORD, and said, O my Lord, let the man of God which you did send come again unto us, and teach us what we shall do unto the child that shall be born.

Gerelateerde verzen
Handelingen 9:6 | Spreuken 3:5 - Spreuken 3:6 | Job 34:32