Statenvertaling
Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt.
Herziene Statenvertaling*
Zij belijden dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met hun werken, aangezien zij verfoeilijk zijn en ongehoorzaam en tot elk goed werk ongeschikt.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zij belijden wel, dat zij God kennen, maar met hun werken verloochenen zij Hem, daar zij verfoeilijk en ongehoorzaam zijn en niet deugen voor enig goed werk.
King James Version + Strongnumbers
They profess G3670 that they know G1492 God; G2316 but G1161 in works G2041 they deny G720 him, being G5607 abominable, G947 and G2532 disobedient, G545 and G2532 unto G4314 every G3956 good G18 work G2041 reprobate. G96
Updated King James Version
They profess that they know God; but in works they deny him, being abominable, and disobedient, and unto every good work reprobate.
Gerelateerde verzen
2 Timótheüs 3:5 - 2 Timótheüs 3:8 | Job 15:16 | Romeinen 2:18 - Romeinen 2:24 | Ezechiël 33:31 | Hoséa 8:2 - Hoséa 8:3 | Éfeze 5:6 | Jeremía 6:30 | 1 Timótheüs 1:9 | Jesaja 29:13 | Openbaring 21:27 | 1 Johannes 2:4 | 1 Samuël 15:24 | Openbaring 21:8 | Judas 1:4 | Numeri 24:16 | 1 Samuël 15:22 | Jesaja 48:1 | Romeinen 1:28 | Jesaja 58:2 | 1 Timótheüs 5:8