Statenvertaling
Indien gij Mijn volk, dat bij u arm is, geld leent, zo zult gij tegen hetzelve niet zijn, als een woekeraar; gij zult op hetzelve geen woeker leggen.
Herziene Statenvertaling*
Als u iemand van Mijn volk, een van de armen onder u, geld leent, dan mag u zich niet als een schuldeiser tegenover hem gedragen. U mag hem geen rente opleggen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Indien gij aan mijn volk, aan de arme bij u, geld leent, zult gij u niet als een schuldeiser jegens hem gedragen: gij zult hem geen rente opleggen.
King James Version + Strongnumbers
If H518 thou lend H3867 money H3701 to any of ( H853 ) my people H5971 that is ( H853 ) poor H6041 by H5973 thee, thou shalt not H3808 be H1961 to him as an usurer, H5383 neither H3808 shalt thou lay H7760 upon H5921 him usury. H5392
Updated King James Version
If you lend money to any of my people that is poor by you, you shall not be to him as an usurer, neither shall you lay upon him interest.
Gerelateerde verzen
Nehémia 5:7 | Jeremía 15:10 | Deuteronomium 23:19 - Deuteronomium 23:20 | Leviticus 25:35 - Leviticus 25:37 | Nehémia 5:2 - Nehémia 5:5 | Psalmen 15:5 | 2 Koningen 4:1 | Ezechiël 18:8 | Lukas 19:23 | Ezechiël 18:13 | Ezechiël 22:12 | Matthéüs 25:27 | Ezechiël 18:17 | Nehémia 5:10 - Nehémia 5:11 | 2 Koningen 4:7 | Spreuken 28:8