Logo Bijbelvers.net

Éxodus 4:11



Statenvertaling
En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?

Herziene Statenvertaling*
Maar de HEERE zei tegen hem: Wie heeft de mens een mond gegeven? Of wie maakt iemand stom, doof, ziende of blind? Ben Ik het niet, de HEERE?

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar de Here zeide tot hem: Wie heeft de mens een mond gegeven, wie maakt stom of doof zien­de of blind; ben Ik het niet, de Here?

King James Version + Strongnumbers
And the LORD H3068 said H559 unto H413 him, Who H4310 hath made H7760 man's H120 mouth? H6310 or H176 who H4310 maketh H7760 the dumb, H483 or H176 deaf, H2795 or H176 the seeing, H6493 or H176 the blind? H5787 have not H3808 I H595 the LORD? H3068

Updated King James Version
And the LORD said unto him, Who has made man's mouth? or who makes the dumb, or deaf, or the seeing, or the blind? have not I the LORD?

Gerelateerde verzen
Amos 3:6 | Psalmen 146:8 | Jesaja 6:7 | Genesis 18:14 | Ezechiël 3:26 - Ezechiël 3:27 | Psalmen 94:9 | Jesaja 42:7 | Jesaja 35:5 - Jesaja 35:6 | Jeremía 1:6 | Psalmen 51:15 | Matthéüs 11:5 | Jeremía 1:9 | Ezechiël 33:22