Statenvertaling
Gij dan zult tot hem spreken, en de woorden in zijn mond leggen; en Ik zal met uw mond, en met zijn mond zijn; en Ik zal ulieden leren, wat gij doen zult.
Herziene Statenvertaling*
Dan moet u tot hem spreken en hem de woorden in zijn mond leggen. Ikzelf zal met uw mond en zijn mond zijn en u leren wat u doen moet.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Dan zult gij tot hem spreken en de woorden in zijn mond leggen, en Ik zal zijn met uw mond en zijn mond en Ik zal u leren, wat gij doen moet.
King James Version + Strongnumbers
And thou shalt speak H1696 unto H413 him, and put H7760 ( H853 ) words H1697 in his mouth: H6310 and I H595 will be H1961 with H5973 thy mouth, H6310 and with H5973 his mouth, H6310 and will teach H3384 you ( H853 ) what H834 ye shall do. H6213
Updated King James Version
And you shall speak unto him, and put words in his mouth: and I will be with your mouth, and with his mouth, and will teach you what all of you shall do.
Gerelateerde verzen
1 Korinthe 11:23 | Numeri 22:38 | 1 Korinthe 15:1 | Deuteronomium 5:31 | Jeremía 1:9 | Deuteronomium 18:18 | Éxodus 7:1 - Éxodus 7:2 | Numeri 23:12 | Lukas 21:15 | Éxodus 4:12 | 2 Samuël 14:3 | Jesaja 59:21 | Matthéüs 28:20 | Numeri 23:16 | Numeri 23:5 | Jesaja 51:16