Statenvertaling
Gij zult tot dit woord, dat ik u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die ik u gebiede.
Herziene Statenvertaling*
U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van de HEERE, uw God, die ik u gebied, in acht neemt.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de Here, uw God, onderhoudt, die ik u opleg.
King James Version + Strongnumbers
Ye shall not H3808 add H3254 unto H5921 the word H1697 which H834 I H595 command H6680 you, neither H3808 shall ye diminish H1639 ought from H4480 it, that ye may keep H8104 ( H853 ) the commandments H4687 of the LORD H3068 your God H430 which H834 I H595 command H6680 you.
Updated King James Version
All of you shall not add unto the word which I command you, neither shall all of you diminish ought from it, that all of you may keep the commandments of the LORD your God which I command you.
Gerelateerde verzen
Prediker 12:13 | Galaten 3:15 | Matthéüs 5:18 | Jozua 1:7 | Deuteronomium 12:32 | Markus 7:1 - Markus 7:13 | Spreuken 30:6 | Matthéüs 15:2 - Matthéüs 15:9 | Openbaring 22:18 - Openbaring 22:19 | Matthéüs 5:43