Statenvertaling
En men zal dat kleed en dat paard geven in de hand van een uit de vorsten des konings, van de grootste heren, en men zal het dien man aantrekken, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft; en men zal hem op dat paard doen rijden door de straten der stad, en men zal voor hem roepen: Alzo zal men dien man doen, tot wiens eer de koning een welbehagen heeft!
Herziene Statenvertaling*
En dan moet men dat gewaad en dat paard in handen geven van iemand uit de vorsten van de koning, de edelen. En dan moet men hem aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen, hiermee kleden en hem op dat paard doen rijden over het plein van de stad, en voor hem uitroepen: Zo wordt gedaan met de man aan wie het de koning behaagt eer te bewijzen!
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En men stelle dat kleed en dat paard ter hand aan een van de vorsten des konings, de edelen, en men trekke de man wie de koning eer wil bewijzen, dat kleed aan en men doe hem op dat paard rijden over het plein der stad en men roepe voor hem uit: Zo wordt gedaan aan de man wie de koning eer wil bewijzen!
King James Version + Strongnumbers
And let this apparel H3830 and horse H5483 be delivered H5414 to H5921 the hand H3027 of one H376 of the king's H4428 most noble H6579 princes, H4480 - H8269 that they may array H3847 ( H853 ) the man H376 withal whom H834 the king H4428 delighteth H2654 to honour, H3366 and bring H7392 him on H5921 horseback H5483 through the street H7339 of the city, H5892 and proclaim H7121 before H6440 him, Thus H3602 shall it be done H6213 to the man H376 whom H834 the king H4428 delighteth H2654 to honour. H3366
Updated King James Version
And let this apparel and horse be delivered to the hand of one of the king's most noble princes, that they may array the man likewise whom the king delights to honour, and bring him on horseback through the street of the city, and proclaim before him, Thus shall it be done to the man whom the king delights to honour.
Gerelateerde verzen
Zacharia 9:9 | Genesis 41:43 | 1 Koningen 1:33 - 1 Koningen 1:34