Statenvertaling
Toen antwoordde Sechánja, de zoon van Jehíël, een van de zonen van Elam, en zeide tot Ezra: Wij hebben overtreden tegen onzen God, en wij hebben vreemde vrouwen van de volken des lands bij ons doen wonen; maar nu, er is hope voor Israël, dezen aangaande.
Herziene Statenvertaling*
Toen nam Sechanja, de zoon van Jehiël, van de nakomelingen van Elam, het woord en zei tegen Ezra: Wij zijn onze God ontrouw geweest, en wij hebben uitheemse vrouwen uit de volken van het land bij ons doen wonen. Evenwel, er is wat dit betreft hoop voor Israël.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen nam Sekanja, de zoon van Jechiel, uit de zonen van Elam, het woord en zeide tot Ezra: Wij zijn ontrouw geweest jegens onze God, doordat wij vreemde vrouwen uit de volken des lands hebben gehuwd; desondanks is er nog hoop voor Israël.
King James Version + Strongnumbers
And Shechaniah H7935 the son H1121 of Jehiel, H3171 one of the sons H4480 - H1121 of Elam, H5867 answered H6030 and said H559 unto Ezra, H5830 We H587 have trespassed H4603 against our God, H430 and have taken H3427 strange H5237 wives H802 of the people H4480 - H5971 of the land: H776 yet now H6258 there is H3426 hope H4723 in Israel H3478 concerning H5921 this H2063 thing.
Updated King James Version
And Shechaniah the son of Jehiel, one of the sons of Elam, answered and said unto Ezra, We have trespassed against our God, and have taken strange wives of the people of the land: yet now there is hope in Israel concerning this thing.
Gerelateerde verzen
Nehémia 7:34 | Nehémia 3:29 | Éxodus 34:6 - Éxodus 34:7 | Ezra 2:7 | 1 Johannes 1:7 - 1 Johannes 1:9 | Nehémia 13:27 | Jesaja 55:6 - Jesaja 55:7 | Ezra 2:31 | Jakobus 2:9 | Jeremía 3:12 - Jeremía 3:13 | Éxodus 34:12 | Ezra 9:2 | Ezra 10:26 | Nehémia 7:12