Statenvertaling
En het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai, zijn huisvrouw: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt, schoon van aangezicht.
Herziene Statenvertaling*
En het gebeurde, toen hij op het punt stond om Egypte binnen te gaan, dat hij tegen zijn vrouw Sarai zei: Zie toch, ik weet dat je een vrouw bent die knap is om te zien.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen hij op het punt stond Egypte binnen te trekken, zeide hij tot zijn vrouw Sarai: Zie toch, ik weet, dat gij een vrouw zijt schoon van uiterlijk.
King James Version + Strongnumbers
And it came to pass, H1961 when H834 he was come near H7126 to enter H935 into Egypt, H4714 that he said H559 unto H413 Sarai H8297 his wife, H802 Behold H2009 now, H4994 I know H3045 that H3588 thou H859 art a fair H3303 woman H802 to look upon: H4758
Updated King James Version
And it came to pass, when he was come near to enter into Egypt, that he said unto Sarai his wife, Behold now, I know that you are a fair woman to look upon:
Gerelateerde verzen
Genesis 12:14 | Genesis 26:7 | Spreuken 21:30 | Genesis 39:6 - Genesis 39:7 | Genesis 29:17 | 2 Samuël 11:2 | Hooglied 1:14