Genesis 20:7
Statenvertaling
Zo geef dan nu dezes mans huisvrouw weder; want hij is een profeet, en hij zal voor u bidden, opdat gij leeft; maar zo gij haar niet wedergeeft, weet, dat gij voorzeker sterven zult, gij, en al wat uwes is!
Herziene Statenvertaling*
Nu dan, geef de vrouw van die man terug, want hij is een profeet! Hij zal voor u bidden, zodat u in leven blijft. Als u haar echter niet teruggeeft, weet dan dat u zeker zult sterven, u en al wat van u is.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
En nu breng de vrouw van deze man terug, want hij is een profeet; dan zal hij voor u bidden, opdat gij in het leven moogt blijven; maar indien gij haar niet terugbrengt, weet, dat gij voorzeker zult sterven, gij en al de uwen.
King James Version + Strongnumbers
Now H6258 therefore restore H7725 the man H376 his wife; H802 for H3588 he H1931 is a prophet, H5030 and he shall pray H6419 for H1157 thee, and thou shalt live: H2421 and if H518 thou restore H7725 her not, H369 know H3045 thou that H3588 thou shalt surely die, H4191 - H4191 thou, H859 and all H3605 that H834 are thine.
Updated King James Version
Now therefore restore the man his wife; for he is a prophet, and he shall pray for you, and you shall live: and if you restore her not, know you that you shall surely die, you, and all that are yours.
Gerelateerde verzen
Genesis 12:17 | 1 Korinthe 14:4 | 1 Samuël 12:19 | Ezechiël 3:18 | Openbaring 11:5 - Openbaring 11:6 | Éxodus 12:1 - Éxodus 12:3 | Hebreeën 13:4 | Éxodus 7:1 | Éxodus 18:17 | Jeremía 15:1 | Psalmen 25:14 | Numeri 16:32 - Numeri 16:33 | 1 Samuël 7:8 | 2 Koningen 19:2 - 2 Koningen 19:4 | 1 Samuël 12:23 | 1 Johannes 5:16 | Leviticus 6:4 | Genesis 2:17 | Hebreeën 1:1 | Ezechiël 33:8 | Genesis 12:15 | 1 Kronieken 16:22 | 2 Koningen 5:11 | 1 Koningen 18:1 - 1 Koningen 18:46 | Psalmen 105:9 - Psalmen 105:15 | 1 Samuël 7:5 | Ezechiël 33:14 - Ezechiël 33:16 | Job 34:19 | 1 Koningen 13:6 | Éxodus 4:16 | Jakobus 5:14 - Jakobus 5:16 | 2 Samuël 24:17 | Job 42:8 | Jeremía 27:18 | Genesis 20:18 | Leviticus 6:7 | Jeremía 14:11