Jeremía 14:14
Statenvertaling
En de HEERE zeide tot mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, noch hun bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden een vals gezicht, en waarzegging, en nietigheid, en bedriegerij huns harten.
Herziene Statenvertaling*
De HEERE zei tegen mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam. Ik heb hen niet gezonden, Ik heb hun geen opdracht gegeven en Ik heb niet tot hen gesproken. Zij profeteren u een leugenvisioen, waarzeggerij, holle praat en bedrog van hun eigen hart.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar de Here zeide tot mij: Leugenachtig profeteren de profeten in mijn naam, Ik heb hen niet gezonden, hun geen opdracht gegeven, en niet tot hen gesproken; een leugengezicht, ijdele waarzeggerij en bedriegerij van hun eigen hart profeteren zij u.
King James Version + Strongnumbers
Then the LORD H3068 said H559 unto H413 me, The prophets H5030 prophesy H5012 lies H8267 in my name: H8034 I sent H7971 them not, H3808 neither H3808 have I commanded H6680 them, neither H3808 spake H1696 unto H413 them: they H1992 prophesy H5012 unto you a false H8267 vision H2377 and divination, H7081 and a thing of nought, H434 and the deceit H8649 of their heart. H3820
Updated King James Version
Then the LORD said unto me, The prophets prophesy lies in my name: I sent them not, neither have I commanded them, neither spoke unto them: they prophesy unto you a false vision and divination, and a thing of nothing, and the deceit of their heart.
Gerelateerde verzen
Ezechiël 12:24 | Micha 3:11 | Jeremía 5:31 | Jeremía 28:13 | Jeremía 23:14 - Jeremía 23:16 | Ezechiël 13:6 - Ezechiël 13:7 | Jeremía 29:31 | Jeremía 29:8 - Jeremía 29:9 | 1 Timótheüs 4:2 | 2 Thessalonicenzen 2:9 - 2 Thessalonicenzen 2:11 | Zacharia 13:3 | Jeremía 27:9 - Jeremía 27:10 | Jeremía 27:14 - Jeremía 27:15 | Klaagliederen 2:14 | Jesaja 30:10 - Jesaja 30:11 | Jeremía 37:19 | Jeremía 28:15 | Zacharia 10:2 | Jeremía 29:21 | Jesaja 9:15 | Jeremía 23:21 - Jeremía 23:32 | Ezechiël 13:23 | Ezechiël 21:29