Statenvertaling
En Ismaël, de zoon van Nethánja, maakte zich op, mitsgaders de tien mannen, die met hem waren, en zij sloegen Gedália, den zoon van Ahíkam, den zoon van Safan, met het zwaard; alzo doodde hij hem, dien de koning van Babel over het land gesteld had.
Herziene Statenvertaling*
Toen stond Ismaël, de zoon van Nethanja, op, met de tien mannen die bij hem waren, en zij sloegen Gedalia, de zoon van Ahikam, de zoon van Safan, dood met het zwaard. Zo bracht hij hem ter dood die de koning van Babel over het land had aangesteld.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Terwijl zij daar te Mispa tezamen brood aten, stond Jismaël, de zoon van Netanja, met de tien mannen die bij hem waren, op, en zij sloegen Gedalja, de zoon van Achikam, de zoon van Safan, met het zwaard. Zo doodde hij hem die de koning van Babel over het land had aangesteld.
King James Version + Strongnumbers
Then arose H6965 Ishmael H3458 the son H1121 of Nethaniah, H5418 and the ten H6235 men H376 that H834 were H1961 with H854 him, and smote H5221 ( H853 ) Gedaliah H1436 the son H1121 of Ahikam H296 the son H1121 of Shaphan H8227 with the sword, H2719 and slew H4191 him, whom H834 the king H4428 of Babylon H894 had made governor H6485 over the land. H776
Updated King James Version
Then arose Ishmael the son of Nethaniah, and the ten men that were with him, and stroke Gedaliah the son of Ahikam the son of Shaphan with the sword, and slew him, whom the king of Babylon had made governor over the land.
Gerelateerde verzen
2 Samuël 20:9 - 2 Samuël 20:10 | Psalmen 41:9 | 2 Koningen 25:25 | Jeremía 40:5 | 2 Samuël 3:27 | Psalmen 109:5 | Jeremía 40:7