Statenvertaling
Zo sprak Azária, de zoon van Hosája, en Jóhanan, de zoon van Karéah, en al de trotse mannen, zeggende tot Jeremía: Gij spreekt leugen; de HEERE, onze God, heeft u niet gezonden, om te zeggen: Gijlieden zult niet gaan in Egypte, om aldaar als vreemdelingen te verkeren.
Herziene Statenvertaling*
dat Azaria, de zoon van Hosaja, en Johanan, de zoon van Kareah, en al die hoogmoedige mannen, tegen Jeremia zeiden: U spreekt leugens! De HEERE, onze God, heeft u niet gezonden om te zeggen: U mag Egypte niet binnengaan om daar als vreemdeling te verblijven.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zeiden Azarja, de zoon van Hosaaja, en Jochanan, de zoon van Kareach, en al die drieste mannen tot Jeremia: Gij spreekt leugens! De Here, onze God, heeft u niet gezonden met de boodschap: Gaat niet naar Egypte om daar te verblijven.
King James Version + Strongnumbers
Then spake H559 Azariah H5838 the son H1121 of Hoshaiah, H1955 and Johanan H3110 the son H1121 of Kareah, H7143 and all H3605 the proud H2086 men, H376 saying H559 unto H413 Jeremiah, H3414 Thou H859 speakest H1696 falsely: H8267 the LORD H3068 our God H430 hath not H3808 sent H7971 thee to say, H559 Go H935 not H3808 into Egypt H4714 to sojourn H1481 there: H8033
Updated King James Version
Then spoke Azariah the son of Hoshaiah, and Johanan the son of Kareah, and all the proud men, saying unto Jeremiah, You speak falsely: the LORD our God has not sent you to say, Go not into Egypt to sojourn there:
Gerelateerde verzen
Psalmen 123:4 | Spreuken 30:9 | Hábakuk 2:4 - Hábakuk 2:5 | Éxodus 5:2 | Spreuken 16:5 | Spreuken 8:13 | Spreuken 16:18 - Spreuken 16:19 | 1 Petrus 5:5 | Psalmen 119:21 | Psalmen 12:3 | Spreuken 6:17 | Jeremía 5:12 - Jeremía 5:13 | Jeremía 40:8 | Jeremía 13:15 | Éxodus 9:17 | Jesaja 9:9 - Jesaja 9:10 | Jeremía 40:13 - Jeremía 40:16 | Jesaja 7:9 | Psalmen 10:4 - Psalmen 10:5 | 2 Kronieken 36:13 | Jeremía 41:16 | Jakobus 4:6 | Jeremía 42:1 | Jeremía 43:1