Statenvertaling
En nu, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israëls: Waarom doet gij zulk een groot kwaad tegen uw zielen, opdat gij u den man en de vrouw, het kind en den zuigeling uit het midden van Juda uitroeit, opdat gij u geen overblijfsel overlaat?
Herziene Statenvertaling*
Welnu, zo zegt de HEERE, de God van de legermachten, de God van Israël: Waarom doet u uzelf zo'n groot kwaad aan dat u onder u man en vrouw, kind en zuigeling uit het midden van Juda uitroeit, en zelfs geen overblijfsel bij u overlaat?
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Nu dan, zo zegt de Here, de God der heerscharen, de God van Israël: Waarom begaat gij een groot kwaad tegen uw leven, dat gij onder u man en vrouw, kind en zuigeling uit Juda uitroeit, zodat gij u geen overblijfsel laat,
King James Version + Strongnumbers
Therefore now H6258 thus H3541 saith H559 the LORD, H3068 the God H430 of hosts, H6635 the God H430 of Israel; H3478 Wherefore H4100 commit H6213 ye H859 this great H1419 evil H7451 against H413 your souls, H5315 to cut off H3772 from you man H376 and woman, H802 child H5768 and suckling, H3243 out of H4480 - H8432 Judah, H3063 to leave H3498 you none H1115 to remain; H7611
Updated King James Version
Therefore now thus says the LORD, the God of hosts, the God of Israel; Wherefore commit all of you this great evil against your souls, to cut off from you man and woman, child and nursing infant, out of Judah, to leave you none to remain;
Gerelateerde verzen
Jeremía 44:14 | Jeremía 9:21 | Spreuken 5:22 | Jozua 6:21 | Jeremía 44:11 - Jeremía 44:12 | 1 Samuël 22:19 | Spreuken 1:18 | Jeremía 44:8 | Jeremía 7:19 | Jeremía 51:22 | Jeremía 26:19 | Jeremía 44:27 - Jeremía 44:28 | Spreuken 8:36 | Deuteronomium 32:25 | 1 Samuël 15:3 | Ezechiël 33:11 | Jeremía 42:20 | Richteren 21:11 | Jeremía 25:7 | Hábakuk 2:10 | Spreuken 15:32 | Numeri 16:38 | Klaagliederen 2:11