Statenvertaling
Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de andere helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm geworden, ik heb het vuur gezien!
Herziene Statenvertaling*
De helft ervan verbrandt hij in het vuur. Bij die helft eet hij vlees, braadt een braadstuk en wordt verzadigd. Ook warmt hij zich en zegt: Ha, ik word warm, ik zie vuur!
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
De helft daarvan verbrandt hij in het vuur; bij die helft eet hij vlees, braadt een gebraad en wordt verzadigd; ook warmt hij zich en zegt: Ha, ik word warm, ik merk vuur.
King James Version + Strongnumbers
He burneth H8313 part H2677 thereof in H1119 the fire; H784 with H5921 part H2677 thereof he eateth H398 flesh; H1320 he roasteth H6740 roast, H6748 and is satisfied: H7646 yea, H637 he warmeth H2552 himself, and saith, H559 Aha, H1889 I am warm, H2552 I have seen H7200 the fire: H217
Updated King James Version
He burns part thereof in the fire; with part thereof he eats flesh; he roasts roast, and is satisfied: yea, he warms himself, and says, Aha, I am warm, I have seen the fire:
Gerelateerde verzen