Statenvertaling
En toen zij hun ogen van verre ophieven, kenden zij hem niet, en hieven hun stem op, en weenden; daartoe scheurden zij een ieder zijn mantel, en strooiden stof op hun hoofden naar den hemel.
Herziene Statenvertaling*
Toen zij hun ogen van veraf opsloegen, herkenden zij hem niet. Zij begonnen luid te huilen; daarbij scheurde ieder zijn bovenkleed en ze strooiden stof naar de hemel over hun hoofden.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen zij van verre hun ogen ophieven, herkenden zij hem niet. Zij verhieven hun stem en weenden, scheurden hun mantels en strooiden stof op hun hoofd, hemelwaarts.
King James Version + Strongnumbers
And when they lifted up H5375 ( H853 ) their eyes H5869 afar off, H4480 - H7350 and knew H5234 him not, H3808 they lifted up H5375 their voice, H6963 and wept; H1058 and they rent H7167 every one H376 his mantle, H4598 and sprinkled H2236 dust H6083 upon H5921 their heads H7218 toward heaven. H8064
Updated King James Version
And when they lifted up their eyes far off, and knew him not, they lifted up their voice, and wept; and they rent every one his mantle, and sprinkled dust upon their heads toward heaven.
Gerelateerde verzen
1 Samuël 11:4 | Klaagliederen 2:10 | Job 1:20 | Richteren 2:4 | 1 Samuël 30:4 | Nehémia 9:1 | 2 Samuël 13:36 | Job 19:14 | Klaagliederen 4:7 - Klaagliederen 4:8 | Genesis 27:34 | Jozua 7:6 | Openbaring 18:19 | Ezechiël 27:30 | Esther 4:1 | Ruth 1:19 - Ruth 1:21