Leviticus 22:4
Statenvertaling
Niemand van het zaad van Aäron, die melaats is, of een vloed heeft, zal van die heilige dingen eten, totdat hij rein is; mitsgaders die iets aanroert, dat onrein is van een dood lichaam, of iemand, wien het zaad der bijligging ontgaat.
Herziene Statenvertaling*
Niemand uit het nageslacht van Aäron die melaats is of een vloeiing heeft, mag van de geheiligde gaven eten, totdat hij rein is. Evenmin iemand die ook maar iets aanraakt dat onrein is door een dood lichaam, of iemand die een zaadlozing heeft gehad,
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Geen van Aarons nakomelingen, die melaats is of een vloeiing heeft, zal eten van de heilige gaven, totdat hij gereinigd is; evenmin hij die iets aanraakt, dat onrein geworden is door een dode, of iemand die een zaaduitstorting heeft,
King James Version + Strongnumbers
What man soever H376 - H376 of the seed H4480 - H2233 of Aaron H175 is a leper, H6879 or H176 hath a running issue; H2100 he shall not H3808 eat H398 of the holy things, H6944 until H5704 - H834 he be clean. H2891 And whoso toucheth H5060 any thing H3605 that is unclean H2931 by the dead, H5315 or H176 a man H376 whose H834 seed H7902 - H2233 goeth H3318 from H4480 him;
Updated King James Version
Whosoever of the seed of Aaron is a leper, or has a running issue; he shall not eat of the holy things, until he be clean. And whoso touches any thing that is unclean by the dead, or a man whose seed goes from him;
Gerelateerde verzen
Leviticus 6:25 - Leviticus 6:29 | Leviticus 11:24 - Leviticus 11:28 | Leviticus 14:1 - Leviticus 14:32 | Leviticus 2:10 | Numeri 18:9 | Leviticus 15:13 - Leviticus 15:16 | Numeri 18:19 | Leviticus 11:39 | Leviticus 13:2 - Leviticus 13:3 | Leviticus 13:44 - Leviticus 13:46 | Leviticus 2:3 | Leviticus 15:2 - Leviticus 15:3 | Numeri 19:11 - Numeri 19:16 | Leviticus 21:22 | Leviticus 21:1