Statenvertaling
Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep hem bij de keel, zeggende: Betaal mij, wat gij schuldig zijt.
Herziene Statenvertaling*
Maar deze slaaf ging naar buiten en trof een van zijn mede-slaven aan, die hem honderd penningen schuldig was. Hij pakte hem beet, greep hem bij de keel en zei: Betaal mij wat u schuldig bent.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen die slaaf wegging, trof hij een zijner mede-slaven aan, die hem honderd schellingen schuldig was, en hij greep hem bij de keel en zeide: Betaal wat gij schuldig zijt.
King James Version + Strongnumbers
But G1161 the G3588 same G1565 servant G1401 went out, G1831 and found G2147 one G1520 of his G846 fellowservants, G4889 which G3739 owed G3784 him G846 an hundred G1540 pence: G1220 and G2532 he laid hands G2902 on him, G846 and took him by the throat, G4155 saying, G3004 Pay G591 me G3427 that G3748 thou owest. G3784
Updated King James Version
But the same servant went out, and found one of his fellow servants, which owed him an hundred pence: and he laid hands on him, and took him by the throat, saying, Pay me that you owe.
Gerelateerde verzen
Ezechiël 45:9 | Jesaja 58:3 | Nehémia 5:10 - Nehémia 5:11 | Deuteronomium 15:2 | Matthéüs 20:2 | Nehémia 10:31 | Nehémia 5:7