Statenvertaling
Hij zeide tot Hem: Welke? En Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doden; gij zult geen overspel doen; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven;
Herziene Statenvertaling*
Hij zei tegen Hem: Welke? Jezus zei: U zult niet doden; u zult geen overspel plegen; u zult niet stelen; u zult geen vals getuigenis afleggen;
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Hij zeide tot Hem: Welke? Jezus zeide: Deze: Gij zult niet doodslaan, gij zult niet echtbreken, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven,
King James Version + Strongnumbers
He saith G3004 unto him, G846 Which? G4169 Jesus G2424 said, G2036 Thou shalt ( G3588 ) do no murder, G5407 - G3756 Thou shalt not G3756 commit adultery, G3431 Thou shalt not G3756 steal, G2813 Thou shalt not bear false witness, G5576
Updated King James Version
He says unto him, Which? Jesus said, You shall do no murder, You shall not commit adultery, You shall not steal, You shall not bear false witness,
Gerelateerde verzen
Matthéüs 5:21 - Matthéüs 5:28 | Markus 10:19 | Galaten 3:10 | Jakobus 2:10 - Jakobus 2:11 | Éxodus 20:12 - Éxodus 20:17 | Deuteronomium 5:16 - Deuteronomium 5:21 | Lukas 18:20 | Romeinen 13:8 - Romeinen 13:10