Statenvertaling
Als nu Aäron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kohath komen om te dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen van Kohath, in de tent der samenkomst.
Herziene Statenvertaling*
Als Aäron en zijn zonen bij het opbreken van het kamp het bedekken van het heiligdom en van alle voorwerpen in het heiligdom voltooid hebben, mogen de nakomelingen van Kahath daarna komen om alles te dragen; maar zij mogen dat heilige niet aanraken, opdat zij niet sterven. Dit is wat de nakomelingen van Kahath in de tent van ontmoeting moeten dragen.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Als Aaron en zijn zonen bij het opbreken van de legerplaats gereed zijn met het bedekken van het heilige en al het heilige gerei, dan zullen daarna de Kehatieten binnengaan om het te dragen; zij zullen echter het heilige niet aanraken, want dan zouden zij sterven. Dit is hetgeen de Kehatieten aan de tent der samenkomst te dragen hebben.
King James Version + Strongnumbers
And when Aaron H175 and his sons H1121 have made an end H3615 of covering H3680 ( H853 ) the sanctuary, H6944 and all H3605 the vessels H3627 of the sanctuary, H6944 as the camp H4264 is to set forward; H5265 after H310 that, H3651 the sons H1121 of Kohath H6955 shall come H935 to bear H5375 it: but they shall not H3808 touch H5060 - H413 any holy thing, H6944 lest they die. H4191 These H428 things are the burden H4853 of the sons H1121 of Kohath H6955 in the tabernacle H168 of the congregation. H4150
Updated King James Version
And when Aaron and his sons have made an end of covering the sanctuary, and all the vessels of the sanctuary, as the camp is to set forward; after that, the sons of Kohath shall come to bear it: but they shall not touch any holy thing, lest they die. These things are the burden of the sons of Kohath in the tabernacle of the congregation.
Gerelateerde verzen
Numeri 10:21 | Numeri 3:30 - Numeri 3:31 | Éxodus 19:12 | 1 Kronieken 15:2 | Deuteronomium 31:9 | 1 Kronieken 15:15 | 1 Samuël 6:19 | Numeri 3:38 | Jozua 4:10 | Numeri 1:51 | 1 Kronieken 13:9 - 1 Kronieken 13:10 | Hebreeën 12:18 - Hebreeën 12:29 | 2 Samuël 6:13 | 2 Samuël 6:6 - 2 Samuël 6:7 | Numeri 7:9