Statenvertaling
En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: Niet, mijn broeders, doet toch zo kwalijk niet; naardien deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet.
Herziene Statenvertaling*
Maar de man, de heer des huizes, ging naar buiten, naar hen toe, en zei tegen hen: Nee, mijn broeders, doe toch geen kwaad, nu deze man in mijn huis gekomen is. Bega zo'n dwaasheid niet.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Toen ging de man, de heer des huizes, naar hen toe, buiten en zeide tot hen: Neen, mijn broeders, doet toch geen kwaad; nu deze man in mijn huis gekomen is, moet gij deze schandelijke dwaasheid niet begaan.
King James Version + Strongnumbers
And the man, H376 the master H1167 of the house, H1004 went out H3318 unto H413 them, and said H559 unto H413 them, Nay, H408 my brethren, H251 nay, I pray you, H4994 do not so wickedly; H7489 - H408 seeing that H310 - H834 this H2088 man H376 is come H935 into H413 mine house, H1004 do H6213 not H408 ( H853 ) this H2063 folly. H5039
Updated King James Version
And the man, the master of the house, went out unto them, and said unto them, Nay, my brethren, nay, I pray you, do not so wickedly; seeing that this man has come into mine house, do not this folly.
Gerelateerde verzen
Deuteronomium 22:21 | Genesis 19:6 - Genesis 19:7 | Jozua 7:15 | 2 Samuël 13:12 | Richteren 20:6 | Genesis 34:7