Statenvertaling
Wie zijt gij, die eens anderen huisknecht oordeelt? Hij staat, of hij valt zijn eigen heer; doch hij zal vastgesteld worden, want God is machtig hem vast te stellen.
Herziene Statenvertaling*
Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Wie zijt gij, dat gij eens anders knecht oordeelt? Of hij staat of valt, gaat zijn eigen heer aan. Maar hij zal staande blijven, want de Here is bij machte hem vast te doen staan.
King James Version + Strongnumbers
Who G5101 art G1488 thou G4771 that judgest G2919 another man's G245 servant? G3610 to his own G2398 master G2962 he standeth G4739 or G2228 falleth. G4098 Yea, G1161 he shall be holden up: G2476 for G1063 God G2316 is G2076 able G1415 to make him stand. G2476 - G846
Updated King James Version
Who are you that judge another man's servant? to his own master he stands or falls. Yea, he shall be held up: for God is able to make him stand.
Gerelateerde verzen
Jakobus 4:11 - Jakobus 4:12 | Romeinen 9:20 | 1 Korinthe 4:4 - 1 Korinthe 4:5 | Deuteronomium 33:27 - Deuteronomium 33:29 | Psalmen 37:17 | 1 Petrus 1:5 | Psalmen 37:24 | Psalmen 37:28 | Judas 1:24 | Jesaja 40:29 | Romeinen 11:23 | Romeinen 8:31 - Romeinen 8:39 | Psalmen 119:116 - Psalmen 119:117 | Romeinen 14:3 | Johannes 10:28 - Johannes 10:30 | Handelingen 11:17 | Romeinen 16:25 | Hebreeën 7:25 | Psalmen 17:5