Statenvertaling
Toen zeide Naómi tot haar schoondochter: Gezegend zij hij den HEERE, Die Zijn weldadigheid niet heeft nagelaten aan de levenden en aan de doden! Voorts zeide Naómi tot haar: Die man is ons nabestaande; hij is een van onze lossers.
Herziene Statenvertaling*
Toen zei Naomi tegen haar schoondochter: Moge hij, die zijn goedertierenheid niet onthouden heeft aan de levenden en aan de doden, gezegend worden door de HEERE. Verder zei Naomi tegen haar: Die man is nauw aan ons verwant, hij is een van onze lossers.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Daarop zeide Noomi tot haar schoondochter: Gezegend zij hij door de Here, die zijn goedertierenheid niet heeft onttrokken aan de levenden noch aan de doden. Verder zeide Noomi tot haar: Die man is aan ons verwant, hij is een van onze lossers.
King James Version + Strongnumbers
And Naomi H5281 said H559 unto her daughter in law, H3618 Blessed H1288 be he H1931 of the LORD, H3068 who H834 hath not H3808 left off H5800 his kindness H2617 to H854 the living H2416 and to H854 the dead. H4191 And Naomi H5281 said H559 unto her, The man H376 is near of kin H7138 unto us, one H1931 of our next kinsmen. H4480 - H1350
Updated King James Version
And Naomi said unto her daughter in law, Blessed be he of the LORD, who has not left off his kindness to the living and to the dead. And Naomi said unto her, The man is near of kin unto us, one of our next kinsmen.
Gerelateerde verzen
Ruth 4:6 | Leviticus 25:25 | Ruth 4:14 | Job 29:12 - Job 29:13 | 2 Samuël 9:1 | 2 Samuël 2:5 | Spreuken 17:17 | Ruth 3:9 - Ruth 3:10 | Filippenzen 4:10 | Deuteronomium 25:5 - Deuteronomium 25:7 | Job 19:25 | 2 Timótheüs 1:16 - 2 Timótheüs 1:18